Gedichten over Muziek
Muziek
Ze betrapt de maten van het heden
met een vinger loodrecht op de lippen.
Als trage druppels uit de kraan
of watervlugge zwarte noten
slechts te stelpen door het slotakkoord.
Ze is een bubbelbad waarin je alles mag
bedenken achter ingetogen wimpers.
Regen is ze voor verdorde dromen
en zelfs in gekrompen ribbenkasten
zwelt het schrilste hart tot roos.
De grote vragen speelt ze voor
waarop nooit een ander antwoord
dan de oogst van snelle slakkenhuizen:
hoofse euforie met kippenvel.
En na het ruisen van de coda
blijkt zij net als alles wat
met vorm en tijd behept, verdampt –
© Inge Boulonois
In: Muziek is meer dan luisteren;
Hilversum: Concept, 2009
Jean Sibelius, opus 44
Triest, treurig en tragisch
klinkt het mechaniekje
van dit melancholiek muziekje.
Terwijl wij, als twee Finse zwanen,
blijven drijven
op de tonen van deze kleine fijne wals.
Terwijl de muggen in een zwarte zwerm
boven het zomerse muggenmeer zijn gekomen
en de tranen uit de bodem van het tranenmeer.
Hendrik Carette
(dit gedicht kreeg Leestafel
toegestuurd door Hendrik Carette)
Wals van kwart voor middernacht
Alsof zij iets zingen ging trilt de luit
en de lieve luit achterna
hinkepinkt de piano linkepoot linkepoot
Ik denk niet dat de luit iets zeggen zal
kwart vóór middernacht
al trilt - zij trilt toch? - de luit nu weer
Eer de luit daarover heeft gedacht
of zij zingen zal kwart vóór middernacht
is het lang reeds kwart na middernacht
Waarom trilt de luit dan zo
klokjekwart vóór middernacht
Wist maar iemand dat
dat
trillen van de luit
Lieveke
dieveke
doderideine
do en deinen
De luit heeft zich bedacht
en zwijgt
Heb ik van dat trillen wel verwacht
Paul van Ostaijen
uit: Verzamelde gedichten,
Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker 1996
Hasensprung
een doorgang in een villawijk
waar zondags achter hoge ramen
Schubertnoten rollen uit een kinderhand
het lint van dobbelstenen uit basalt
leidt tot waar in steen gehouwen
ieder op een reling van de brug
twee levensgrote hazen op de vlucht
zich meten in eenzelfde wanhoopsprong
gedwongen spiegelbeeldig voort te gaan
verbaasd het dat ze jaren blijven staan
Alfred van Haskerland
Berlin Grunewald
1993/2006
De muziek
Toen de vraag-krullen der cello's trager
bewogen en het hoofd van de violist
afstierf - laag en lager -
op het gevoelig lichaam der viool,
toen kwam er rust, -
en in dat zwijgend ogenblik
waart Gij, o God,
noch vrede, noch geluk,
maar verruk-
kelijke pijn,
verschrikkelijke lust.
Karel van den Oever (1879-1926)
Uit de bundel: Paviljoen (1927)
Fanfare-corps
De lucht scheen blinkend door de blaren,
bleek en volmaakt als glas geslepen.
Met vaste manlijke gebaren
werden de horens aangegrepen,
en luidkeels zonder enig schromen
spoot de muziek tussen de bomen;
heldhaftig, trots. Een onverbloemde
voor elk verstaanbare muziek,
die aan het ademloos publiek
ieder gevoel met name noemde.
En even plots werd dit geklater
gedempt, twee koopren kelen weenden...
-over het donkergroene water
gleden twee smalle witte eenden
geluidloos als een droombeeld voort-
De horens, smekend en gesmoord
schenen hen dringend iets te vragen
hen volgens met haast menslijk klagen.
Een warm en onverwacht verdriet,
eerbied voor de gewoonste dingen,
neiging om hardop mee te zingen.
en dan te huilen om dit lied
ontstond in mijn verwend gemoed.
Ik voelde me bedroefd en goed.
Maria Vasalis,
uit Parken en woestijnen,
uitgeverij van Oorschot 1940
De stem van een cello
Waaraan het geluid van een cello doet denken
de cellist Widlund vertelde me dat
er in dit instrument iets huist - een stem
een al heel oude stem waarnaar je zoekt
als je speelt en die je herkent
als je haar vindt
misschien is het dat waarom ik moet denken
aan de oudste geluiden die ik ken, zoals
neuriën, zingen, kreunen, huilen
en ook aan de kleuren van een woud in de herfst
alsof je het heimwee hoort van de cello
naar zijn plek van herkomst
Rutger Kopland
Uit: 'Wat water achterliet',
GA Van Oorschot 2004
De schalmei
Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter,
Behalve Wanjka die Iwan heette.
Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.
Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.
"O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei.
Laat andren werken,
Sandalen maken of kerken.
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei."
Jan Jacob Slauerhoff
Uit de bundel: Serenade. Gedichten.
Amsterdam: The Halcyon Press 1930
adagio sostenuto
ik speelde dagelijks sonates
en eenmaal zachter dan tevoren
terwijl ik dacht dat je 't niet kon horen
de Mondschein die jouw voorkeur had
je bracht het loodwit als een kuif op water
zodat de golfslag al maar wilder werd
en grauwe wolken leek te raken
nu rondden bleke handen het palet
je volle aandacht kreeg mijn spel
terwijl jouw fluitend hoortoestel
de slotmaat tergend overtroefde
riep je plots de componist bij naam
Alfred van Haskerland (1939)
Meander oktober 2000
Luisterend naar de muziek...
Luisterend naar de muziek
die wij vroeger samen hoorden,
ruk ik aan mijn verdriet
als een hond aan een ketting.
Violen en fluiten zweven
een zilveren rag
over de afgrond
totdat de stilte
mij weer insluit.
Onder haar matglazen stolp
ontbrandt opnieuw
het geluidloze gevecht
tussen verwachting en wanhoop
om het niemandsland
van mijn bestaan.
Hanny Michaelis
Uit: Water uit de rots
Van Oorschot / 1957
Nachtelijke optocht
Taptoe oe oe taptoe
stapt al maar toe
zwart van de nacht dat dik drukt de stijve straat
breekt licht logge lucht
en muziekgeschetter
Licht van de laaiende lansen
laaiende stap van de lichtende lansen
lansen van het laaiende licht
dansende licht van de laaiende lansen
dansend laaien van de lichtende lansen
laaiende lansedans
Lansgekletter
muziekgeschetter
lichtende kadans
laaiende lansen
laaiende kadans van lichtende lansen
lichtend lucht kadans en dans van laaiende lansen
kadans van laaiende lansedans
kadans van dans
Lichtende lampen
laaiende lampen
licht van laaiende lampen
dans van laaiende lampen
kadans van lichtende lampen
kadans van laaiende lampen
dans van de lucht in waaiende lampen
waaiende dans van de lucht in laaiende lampen
laaiende kadans in de waaiende lampedans
kadans van lampedans
licht van lampen
Lansgekletter
muziekgeschetter
geschetter van klare klarinetten
helder gekletter van klare klarinetten
helder gekletter klarinettegeschetter
Stappen op straat
stappen breken de straat
stramme stappen breken de straat
horizontaal
vertikaal
vooral diagonaal
lampen lichte kadans
klare klarinetten dansen in de lansedans
klarinetten lampen en lansedans
transparant
Taptoe
oe oe
taptoe
Paul van Ostaijen
uit: Nagelaten gedichten
"Verzamelde gedichten",
Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, 1996
Maak jouw eigen website met JouwWeb